Op 13 juli schrijven Merel Thie, Peter Vermaas en Lisa Dupuy in NRC over overtoerisme in o.a. Spanje, Amsterdam, Alaska, Rwanda, Oeganda, Congo, Nieuw-Zeeland en Bhutan.
Lector toerisme Ko Koens vergelijkt verschillende maatregelen, zoals het moeilijk vindbaar maken van buslijnen en bepaalde delen van de stad.
“Hij ziet een trend naar het ‘toerisme van het alledaagse’; toeristen die geen bezienswaardigheden maar opkomende wijken bezoeken, zoals bijvoorbeeld Amsterdam-Noord.
Dit biedt overheden de mogelijkheid anders naar toerisme te kijken. We tellen hotelovernachtingen en inkomsten, maar wat bewoners vinden, wordt vaak onvoldoende meegewogen. Als je draagvlak wil behouden, moeten de inkomsten deels terugvloeien naar een gebied. „En dat moet je laten zien. Zet desnoods een bordje bij een mooi park. Betaald met toeristenbelasting.”
Lees het hele artikel in NRC van 13 juli 2024 of op deze archiefpagina
In dezelfde krant schrijft Floor Rusman over de mythe van het hoogwaardige massatoerisme. Zij verwijst naar recent onderzoek in Amsterdam.
Volgens toerismedeskundige Kees van der Most werken spreidingsmaatregelen het beste bij bezoekers die voor de tweede of derde keer komen. “Ik geloof best in spreiding om drukte tegen te gaan, maar dat werkt niet bij iedereen. Mensen die voor het eerst Amsterdam bezoeken zullen altijd voor de hoogtepunten kiezen. Organisaties en gemeenten moeten zich vooral richten op mensen die voor een tweede of derde bezoek komen; daar zijn de kansen groter om mensen andere stukken Nederland te laten zien.”