“Dat in het nieuwe horecabeleid van Amsterdam de nadruk ligt op leefbaarheid en veiligheid, is meer dan terecht”, schrijven Els Iping en Rogier Noyon van Vereniging Voordestad in Het Parool. “Maar de buurten die al overbelast zijn, zijn er een stuk minder mee geholpen.”
Het nieuwe horecabeleid in Amsterdam heeft al heel wat voeten in de aarde gehad, maar wordt binnenkort dan toch door de gemeenteraad vastgesteld.
Op 15 april is er een inspraakavond, waarop bewoners en ondernemers nog één keer kunnen laten weten wat ze van de plannen vinden. Zoals gebruikelijk schreeuwt de horeca moord en brand bij elke centimeter die van ze wordt afgepakt ten gunste van de leefbaarheid van de bewoners. Het oorspronkelijke voorstel om in woonbuurten de terrassen om 23.00 uur te sluiten, zodat hun buren kunnen slapen, is bijvoorbeeld door de horeca weggelobbyd.
Er zit voor bewoners toch nog veel goeds in het nieuwe beleid. De nadruk wordt gelegd op ‘leefbare en veilige buurten in een verdichtende stad’. De horeca wordt ingedeeld op basis van activiteiten die invloed hebben op de leefomgeving – in de nieuwe omgevingswet uit 2024 is het namelijk verplicht om activiteiten zo te beoordelen. De omgevingswet stelt ook eisen aan de aanvaardbaarheid van terrassen; voortaan zullen aanvragen voor terrassen worden beoordeeld op ‘evenwichtige toedeling van functies’ en ‘beschermen van het woon- en leefklimaat’.
Eerdere fouten niet hersteld
Dat is mooi allemaal, maar de nu al overbelaste buurten zoals Centrum en De Pijp hebben daar niks aan. Deze regels gelden namelijk alleen voor nieuwe terrassen, alle bestaande vergunningen worden een-op-een in het nieuwe omgevingsplan (het vroegere bestemmingsplan) opgenomen. Toen al die vergunningen werden verstrekt, waren de overwegingen over toedeling van functies en bescherming van woon- en leefklimaat er nog helemaal niet. Als er 1,50 meter ruimte overbleef voor voetgangers, kreeg de exploitant een vergunning.
Dat de gemeente zelf in de nota Ruimte voor de voetganger vaststelt dat de doorloopruimte voor de voetganger minimaal 2 meter dient te zijn, wordt niet meegenomen. Opzichtige fouten uit het verleden, zoals terrassen op brugvleugels, of terrassen waar zelfs minder dan 1,50 meter overblijft, worden niet hersteld.
Alle bestaande terrasvergunningen krijgen daarmee dus in het nieuwe omgevingsplan een vastgelegd recht. Alleen bij speciale gebiedsplannen kan dat recht worden aangepast. Dat gaan veel bewoners niet meer meemaken.
Niet de oren laten hangen
We begrijpen dat niet alle terrassen op korte termijn opnieuw kunnen worden beoordeeld op grond van de eisen in de nieuwe omgevingswet, maar het kan wél als je een overgangstermijn aanhoudt van pakweg vijf jaar, de geldigheidsduur van de huidige terrasvergunningen. Binnen die overgangstermijn kan dan voor alle bestaande terrassen de afweging worden gemaakt, per straat of gebied. Vervolgens kunnen dan ook deze terrassen die dan aan de eisen voldoen, opgenomen worden in het omgevingsplan.
We hopen dat de gemeenteraad laat zien dat zij de leefbaarheid en evenwichtige toedeling van functies zoals de omgevingswet die vereist, serieus neemt – en niet meteen haar oren laat hangen naar de lobby van deze bedrijfstak.